Behandeling
In de eerste stadia van diabetische retinopathie is er geen behandeling vereist, tenzij men maculair oedeem heeft. Om progressie van de diabetische retinopathie te voorkomen, dient de patiënt zijn glucosewaarden, bloeddruk en cholesterolwaarden zo goed mogelijk te controleren.
Als zich ter hoogte van het netvlies nieuwe bloedvaten beginnen te vormen, die risico geven op (ernstig) visusverlies, is behandeling noodzakelijk met lasertherapie. Deze laserbehandeling heeft tot doel om deze nieuwe bloedvaten die van onvoldoende kwaliteit zijn, te doen krimpen, om aldus bloedingen in het oog te voorkomen. Soms kan deze laserbehandeling een permanent verlies van een stuk perifeer gezichtsveld tot gevolg hebben. In het geval dat bloedingen aanwezig zijn, heeft men een injectie in het oog nodig of is een operatie aangewezen.
Als kleine bloedvaten aangetast worden kunnen ze ‘lekken’ waarbij vocht uit deze bloedvaten treedt en aldus het centrale gezichtsvermogen aantast. De meest frequente behandeling hierbij is het toedienen van injecties in het oog.
Behandelingen in het oog zijn enkel zinvol op lange termijn als de glycemie en bloeddruk goed gecontroleerd zijn.